Jaarstukken 2019

Vaste passiva

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kennen voorzieningen naar de situatie per ultimo geen negatieve stand.

Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De vorming van een voorziening, dan wel een donatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.
De rioolvoorziening en afvalvoorziening is verwerkt op basis van nominale waarde en met inachtneming van artikel 44, lid 2 BBV. Vanuit het GRP is er geen inzicht in de wijze waarop het riooltarief is opgebouwd en is een voorziening o.b.v. artikel 44, lid 1 BBV niet mogelijk. Ditzelfde geldt voor de afvalvoorziening, waarbij dit vereiste inzicht niet aanwezig is en de voorziening is gevormd op basis van artikel 44, lid 2 BBV.

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

De in de balans opgenomen voorzieningen worden onderscheiden in:

(bedrag x 1.000)

Boekwaarde 31-12-2018

Boekwaarde 31-12-2019

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

125

150

Voorzieningen ter egalisering van kosten

1.870

1.840

Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven

0

0

Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is

2.191

2.089

Het verloop van de voorzieningen in 2019 wordt in het hierna opgenomen overzicht per voorziening weergegeven:

(bedrag x 1.000)

Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2018

Toe- voegingen

Vrijval

Ont- trekkingen

Boekwaarde 31-12-2019

V.4

Afrekening BBZ-leningen niet-starters

125

45

20-

150

V.1

Rioleringen Leudal

1.324

492

1.816

V.2

Afvalstoffenheffing

547

523-

24

V.3

Compensatiegelden Nunhems

2.191

102-

2.089

In de kolom "vrijval" worden de bedragen opgenomen welke ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht.

Het meerjarig verloop van de voorzieningen 2019-2022 wordt in het hierna opgenomen overzicht per voorziening weergegeven:

(bedrag x € 1.000)

Omschrijving

Werkelijke boekwaarde
31-12-2019

Geraamde boekwaarde
31-12-2020

Geraamde boekwaarde
31-12-2021

Geraamde boekwaarde
31-12-2022

V.4

Afrekening BBZ-leningen niet-starters

150

150

150

150

V.1

Rioleringen Leudal

1.816

2.183

2.552

2.909

V.2

Afvalstoffenheffing

24

24

24

24

V.3

Compensatiegelden Nunhems

2.089

1.862

1.862

1.862

De hierna opgenomen toelichtingen geven de aard en de reden van iedere voorziening weer, evenals de mutaties die hebben plaatsgevonden.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/05/2020 10:13:20 met de export van 06/04/2020 14:40:04