Relatie tussen risico's en weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen is de mate waarin een gemeente in staat is om middelen vrij te maken om substantiële incidentele financiële tegenvallers op te vangen. Een precies sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent dat iedere tegenvaller een probleem oplevert. Een buffer is daarom wenselijk. Door de vaststelde notitie “weerstandsvermogen nader bezien” bij de begroting 2016 is een beleidskader bepaald. Dit beleidskader geeft handvaten voor de grootte van deze buffer (weerstandsvermogen) en de spelregels die daarbij horen.
De beleidsuitgangspunten zijn als volgt:
- De weerstandscapaciteit toetsen aan de risico’s zoals deze vanuit het risicomanagement
worden geïnventariseerd in de risicobeheermatrix. - De berekening van de buffer alleen te baseren op de direct beschikbare, incidentele
weerstandscapaciteit (algemene reserve).
- Voor de normering van de ratio van het weerstandsvermogen de landelijk gehanteerde
normeringstabel volgen.
- Spelregels formuleren die antwoord geven op de vraag wat te doen als de ratio niet past
binnen de normering.
De meerjarige analyse van de risico’s in relatie tot de algemene reserve geeft aan dat de ratio van het weerstandsvermogen goed is. Onderstaande tabel specificeert dat de ratio tussen de 2,74 en 1,39 ligt.
Conform de nieuw opgestelde nota reserves en voorzieningen vindt er de komende jaren geen afroming plaats.
(bedrag x 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Algemene reserve stand 31-12 | 9.166 | 6.884 | 4.864 | 4.656 |
Structurele risico's | 2.696 | 2.696 | 2.696 | 2.696 |
Incidentele risico's | 643 | 643 | 643 | 643 |
Ideale bandbreedte | >=1,2 en <=1,6 | >=1,2 en <=1,6 | >=1,2 en <=1,6 | >=1,2 en <=1,6 |
Weerstandsverm. o.b.v. alg. reserve | 2,74 | 2,06 | 1,46 | 1,39 |
Minimaal benodigde weerstandscapaciteit | 3.339 | 3.339 | 3.339 | 3.339 |
Inzicht in de reserves en voorzieningen
Voor het meerjarige verloop van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar de bijlage.