Renteschommelingen hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten of - opbrengsten bij het aantrekken dan wel uitzetten van gelden, maar ook voor de koersen van obligaties. Hieronder worden de onderscheiden risico nader toegelicht.
1. Renterisico
Beheersing van het renterisico op korte schuld geschiedt door de kasgeldlimiet en op langlopende schulden door de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaalt dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.
Wanneer zich in drie achtereenvolgende kwartalen een overschrijding voordoet, moet de gemeente maatregelen nemen (zoals het aantrekken van langlopende geldleningen). Gezien de historisch lage rente op kortlopende geldleningen zal de kasgeldlimiet zo goed mogelijk worden benut. De looptijd van de lening is afgestemd op de vrijval van een positie in de beleggingsportefeuille.
(bedrag x 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|
Kasgeldlimiet | 1e kwartaal 2019 | 2e kwartaal 2019 | 3e kwartaal 2019 | 4e kwartaal 2019 |
Begrotingstotaal per 1 januari | 83.097 | 83.097 | 83.097 | 83.097 |
Limiet percentage | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% |
Normbedrag | 7.063 | 7.063 | 7.063 | 7.063 |
Netto vlottende positie | ||||
Vlottende schuld | 2.106 | 1.105 | 35 | |
Vlottende middelen | -83 | -193 | -1.328 | -1.397 |
Netto saldo | 2.023 | 912 | -1.328 | -1.362 |
Onder- overschrijding normbedrag | ||||
Ruimte onder de kasgeldlimiet | 5.040 | 6.151 | 8.391 | 8.425 |
Overschrijding kasgeldlimiet |
Renterisiconorm
Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvaller als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate wordt beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.
(bedrag x 1.000) | ||
---|---|---|
Renterisico | Begroting 2019 | Realisatie 2019 |
Begrotingstotaal per 1 januari | 83.097 | 96.228 |
Limiet percentage | 20,00% | 20,00% |
Renterisiconorm | 16.619 | 19.246 |
Rente herziening | ||
Aflossingen | 5.491 | 5.491 |
Renterisico | 5.491 | 5.491 |
Onder- overschrijding normbedrag | ||
Ruimte onder de renterisiconorm | 11.128 | 13.755 |
Overschrijding van de renterisiconorm |
2. Liquiditeitsrisico
Dit is het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om onze financiële verplichtingen te voldoen. Gemeente Leudal werkt vanuit totaalfinanciering. Dit betekent dat alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven. Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot een betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.
Gemeenten zijn in het kader van schatkistbankieren verplicht hun overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.
Dit drempelbedrag bedraagt afgerond 0,75% van het begrotingstotaal (zijnde € 623.000 ). Verder is er de mogelijkheid overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden
(bedrag x 1.000) | |||
---|---|---|---|
Financieringspositie per | Begroting 2019 | Balans 1-1-2019 | Balans 31-12-2019 |
Activa | |||
Vaste activa | 137.184 | 130.452 | 124.262 |
Grondexploitaties | 3.238 | 4.718 | 4.960 |
Saldo | 140.422 | 135.170 | 129.222 |
Passiva | |||
Reserves | 62.217 | 67.334 | 64.270 |
Voorzieningen | 4.322 | 4.186 | 4.079 |
Langlopende geldleningen | 56.081 | 56.081 | 59.589 |
Saldo | 122.620 | 127.601 | 127.938 |
Financieringstekort | -17.802 | -7.569 | -1.284 |
Financieringsoverschot |
Bij aanvang van het begrotingsjaar werd een theoretisch financieringstekort berekend van € 17,8 miljoen, ervan uitgaande dat alle voor de meerjarenbegroting opgenomen investeringen volgens planning werden uitgevoerd.
De uitvoering van de investeringen bleef achter bij de prognose, zodat in 2019 kon worden volstaan met het aantrekken van langlopende leningen op de kapitaalmarkt tot een bedrag van € 9 miljoen.
3. Koersrisico
Dit is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Dit risico loopt elke belegger. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de balans zijn de obligaties gewaardeerd tegen de aankoopprijs indien deze lager lag dan de nominale waarde en tegen de nominale waarde wanneer de aankoopprijs hoger lag. Wordt niet verkocht voor de einddatum dan is er nauwelijks sprake van een koersrisico. Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek.
Daarnaast staat de Wet Schatkistbankieren alleen mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder de strikte voorwaarde dat de gemiddelde looptijd van de portefeuille niet wijzigt. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille stapsgewijs afgebouwd. Dit heeft tot gevolg dat de liquide middelen die de komende jaren naar de gemeente vloeien in het kader van de afronding van de Essent verkoop niet herbelegd worden. In plaats daarvan worden die vrijvallende middelen aangewend als intern financieringsmiddel.
Bij de verkoop van Essent aan RWE is overeengekomen om een deel van de verkoopprijs niet direct uit te betalen aan de verkopende aandeelhouders maar te reserveren voor mogelijke claims van de koper uit de periode voor de verkoop. Die reservering heeft in de vorm van een Escrow (soort geblokkeerde rekening) plaatsgevonden. De laatste tranche is in september 2019 vervallen.
In onderstaande tabel is de vrijval opgenomen:
(bedrag x 1.000) | ||
---|---|---|
Beleggingen | Begroting 2019 | Realisatie 2019 |
Nominale waarde | 27.707 | 27.707 |
Vrijval nominale waarde | -5.140 | -5.140 |
Saldo | 22.567 | 22.567 |
Gerealiseerde boekwinst beleggingen | 278 | |
Bruglening | ||
Verstrekte bruglening aan Enexis 7,2% | 2.112 | 2.112 |
Aflossing | -2.112 | -2.112 |
Saldo |
Vrijvalkalender | (bedrag x 1.000) | ||
---|---|---|---|
Jaar | Belegging | Boekwinst | Bruglening |
2019 | 5.140 | 2.112 | |
2020 | 5.710 | 278 | |
2021 | 3.420 | 118 | |
2022 | 6.129 | ||
2023 | |||
2024 | |||
2025 | 6.900 | 531 | |
2026 | 408 | 22 | |
27.707 | 949 | 2.112 |